Hij is vaste vrijwilliger van het team dat in november persoonlijk de uitnodigingen voor het ophalen van de hulpgoederen bij de families thuisbezorgt. In die hoedanigheid wordt Sjef Goërtz keer op keer geconfronteerd met het echte Roemenië. Hij vertoeft meer dan drie weken tussen de families. Een goede manier om eens even achter de façades te kijken. Met zijn heel eigen, humoristische kijk op het leven in Roemenië weet hij daar erg smakelijk over te vertellen.
Ik manage m'n haargroei vooraf altijd zó dat ik in Sovata meer dan voldoende reden heb om naar de kapper te gaan, op het vertrouwde adres aan de Principala, in het rijtje winkels tegenover het gemeentehuis. In de afgelopen 14 jaar heb ik de geleidelijke gedaanteverwisseling meegemaakt van een ram-boem-klets-recht-toe-recht-aan-klaar-terwijl-u-wacht-bedoeninkje naar een heuse kapsalon. Plukken en snijden voelde ik allengs veranderen in knippen en scheren. Geen gevaar meer geëlektrocuteerd te worden als de tondeuse op je haardos wordt gezet. Aan de muur al lang geen uit de Roemeense Libelle gescheurde pagina's meer, maar glossy foto’s van L’Oréal met eigentijdse coupes, overigens enkel dames-coupes. En naast de twee kapstoelen ook geen uitstalling meer van grafstukken – handel die de inmiddels verschenen bloemenwinkeltjes naar zich toe hebben getrokken - maar een heus zitje. Wèl nog steeds het oude, vertrouwde jampotje met alcohol waarin de kammen en scharen worden ontsmet.
Het is kwart over twaalf als ik goedgemutst en vol verwachting binnentreed. Lunchpauze. De twee kapstoelen worden bezet door de twee knipsters zèlf, de een 'n dame-op-leeftijd, de ander een hittepetitje van een jaar of zeventien. Trommeltjes boterhammen op de schoot. Mijn binnenkomst onderbreekt een verhaal van het hittepetitje, dat, gelet op het abrupt afgebroken gegiechel en geproest, wel erg privé en spannend moet zijn geweest.
De simpele rekensom dat niet-knippen geen bonus oplevert doet uiteindelijk de dame-op-leeftijd opstaan. Oké, vooruit dan maar! Ik mag in haar stoel gaan zitten. Leg haar uit hoe ik het wil hebben: opgeknipt, oren vrij, van niets naar iets, en heel kort! Tussen duim en wijsvinger geef ik iets minder dan 1 cm aan. Zij knikt bevestigend en ik sluit m'n ogen, geef me geheel aan haar over, zoals ik dat bij Jon Karelse Intercoiffure in Hoog Zandveld ook pleeg te doen.
Blijkt dat ze de boodschap tóch verkeerd begrepen heeft, want als ik na een poosje weinig activiteit op m'n hoofd bespeur zie ik in de spiegel dat ze met een klein schaartje ingespannen bezig is precies iets minder dan 1 cm haar te verwijderen. Ik gris een krant van het tafeltje achter me en houd haar na wat bladeren een foto met een bijna kaal iemand voor. Oh, dát bedoelde ik! Korten tót 1 cm! Aha! Oh zó! Nu ze het door heeft ziet ze ook mogelijkheden om een deel van de tot nu toe verloren gegane lunchtijd in te halen. Zo overgeconcentreerd als ze eerst opereerde, zo luchtig en ontspannen fietst ze nu met forse halen routineus de tondeuse kris-kras heen en weer over m'n schedeldak. Klaarblijkelijk ligt dit coupe-type haar het best.
Het hittepetitje, in de stoel naast me haar boterhammen wegkauwend, neemt de kans waar om het abrupt afgekapte verhaal over haar – naar ik vermoed – amoureuze escapades te hervatten. Ze gokt er kennelijk op – met succes - dat ik er toch niets van versta.
Een smeuïg verslag hygiënisch combineren met het nuttigen van je lunch blijkt evenwel een vaardigheid die zij in het geheel niet beheerst, want bij elke proest en schater passeert een portie voorgekauwd brood mij voorlangs.
Evenzeer blijkt ingespannen luisteren en tegelijkertijd knippen ook niet te kunnen samengaan, want ik zie opeens méér haar m'n hoofd verlaten dan ik had. Maar, helaas, te laat! De coupe die mij nu aangemeten is komt mij niet bekend voor. Toch zijn beide dames unaniem van oordeel dat het me bijzonder goed staat. Ik betaal de 7 RON (€ 2,-) - heb dus niks te zeuren - en verlaat met een gemeend "wisontlaatasjra", oftewel "tot de volgende keer", het pand.
Aan de overkant van de straat drentelt een politieagent heen en weer. Waakt over personeel en bezoekers van het gemeentehuis èn over een vers geschilderd zebrapad. Degene die het vertikt om er over heen te lopen, riskeert een boete van 40 RON, zeg ca. € 11,-. Ik heb de dag tevoren in de supermarkt wat prijzen genoteerd, en bereken dat het bedrag van de bekeuring gelijk is aan 11 kg suiker of 11 liter cola (€ 1,-/kg/ltr), iets meer dan 2 pondspakken koffie (€ 5,-/pond), 1 liter-blik olijfolie (€ 12,-/ltr.), 8 kuipjes Rama (€ 1,40 per 500 gr), 5 tubes Colgate (€ 2,-- per 75 ml) en 7 kilo rijst (€ 1,50/kg). Voor ons één, heel klein ribje uit ons lijf, voor de gemiddelde Roemeen de helft van zijn ribbenkast.
Later kloppen we weer aan bij een huis waar we al drie keer met de enveloppe voor niets aan de deur zijn geweest. Steeds niemand thuis ! 's Ochtends niet, 's middags niet, 's avonds niet.
Bij die derde keer vertelt de buurvrouw dat ze werkt, lange dagen maakt, in de kapsalon aan de Principala. Het blijkt de kapster te zijn die m'n nieuwe look veroorzaakt heeft. Het weerzien is hartelijk.
Mihai & Rebecca
Mihai is inmiddels 85 jaar. Ziet niet al te best meer. Hoort slecht. Is al sinds lange tijd 31/32ste deel van z'n tanden kwijt en daardoor nagenoeg onverstaanbaar. Draagt kleren die in verregaande staat van ontbinding verkeren, terwijl in z'n hutje een hele stapel nota bene ligt te beschimmelen. Draagt altijd rubberlaarzen waarvan ik elk jaar weer vurig hoop dat hij die in mijn bijzijn niet uittrekt.
Woont sinds jaar en dag in Capeti, richting Reghin, ver van de bewoonde wereld, te midden van een werkelijk prachtige omgeving met uitgestrekte beukenbossen en veel wild: beren, vossen, herten, everzwijnen en oehoe's van wel driekwart meter hoog. Hij bewoont er een houten hutje van pakweg 3 bij 4 meter. Geen gas. Geen water. Geen licht. Houtkacheltje. Water-uit-de-beek. Transistor-radiootje. Waxinelichtjes. Woont er in z'n uppie. Heeft buren – uit het zicht, maar wél op roepafstand - die een oogje in het zeil houden. Ook twee dochters – één ergens in Sovata, één ergens in Praid - , maar die kijken nooit naar hem om.
Mihai is twee keer getrouwd geweest. Z'n eerste vrouw heette Rebecca. Het huwelijk hield geen stand en Rebecca vertrok naar Sovata. Z'n tweede vrouw – ik heb haar nog gekend, maar ben de naam kwijt – overleed zo'n tien jaar geleden. Een plek op het kerkhof kon Mihai niet betalen, dus begroef hij haar eigenhandig op z'n landje. Kruisje en bloemetjes er op, een stevig, hoog, houten hek er omheen – tegen bezoek van beren.
Of hij een pensioentje heeft en zo ja, hoeveel, heb ik, al zolang als ik er kom, niet kunnen achterhalen. Hij had een aantal jaren geleden een stuk van z'n landje verkocht en de contanten in het schuurtje verstopt. Schuurtje vloog in de hens. Weg contanten. Heeft nu alleen nog z'n hutje, z'n half-verbrande persoonsbewijs, z'n moestuintje, z'n fruitboompjes en z'n pakkettengezin. Èn Rebecca, z'n eerste vrouw, nú z'n trouwste vriendin.
Rebecca - 75 jaar, kromgetrokken, behoorlijk dementerend - kom ik regelmatig tegen vóór de Bar de Zi, bij de brug in de Strada Eminescu. Ze is daar dag in dag uit, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat druk in de weer met het vegen van stoep en straat. Met haar takkenbezempje-met-afgezaagde-steel. Een enkele keer zie ik haar zelfs nog rond middernacht – de straten zijn leeg, de bar is allang gesloten en alle lichten zijn uit – op het terras op haar blote knieën de houten vlonders met de hand schrobben. Geen idee hoe hoog haar honorarium is.
Zij kreeg het vorig jaar nog flink aan de stok met een man van de gemeentereiniging. Het had de hele middag flink gesneeuwd, zeker 10 cm. De Eminescu, de belangrijke toegangsweg naar de hotels in Baï, moest en zou sneeuwvrij gemaakt worden. De gemeenteman scheurde met z'n tractor-met-sneeuwschuiver de Eminescu op en af. Ook vóór de Bar de Zi langs, Rebecca's territorium. Die liep hem, voor de sneeuwschuiver uit heen en weer springend, luidkeels uit te foeteren in, volgens een late voorbijganger die gelukkig Engels sprak, uitermate onvrouwelijke bewoordingen. Zwaar gekuist kwamen die zo'n beetje in de buurt van: "...Opzouten, flapdrol, dat is míjn werk!!!...", aangevuld met "...Berg die rot-machine van je maar ergens in je lichaam op!!!..." en "...Krijg een heleboel vreselijks!!!...".
De Bar de Zi kent trouwens een door mij nog niet eerder in Sovata gespot fenomeen: een rookvrije ruimte. Waar nagenoeg alle kroegen van binnen blauw zien van de rook, heeft Bar de Zi een "spatiu pentru nefumatori" zoals het bordje boven de doorgang naar een achterkamertje aangeeft. Vier keurig gedekte tafeltjes, zestien stoelen. Volgens de dame achter de bar is er nog nooit iemand gaan zitten, althans niet als zij dienst heeft. Ze weet ook niet of het bordje vanwege een wettelijke verordening is aangebracht. Ze heeft alleen de eigenaar horen mompelen dat-ie het er binnenkort weer vanaf haalt.
Voor Rebecca maakt het niet uit. Zij is toch de godganselijke dag en avond buiten bezig met het heen-en-weer-vegen van het straatvuil.
Rebecca valt onder het ouderen-projekt van de Stichting.
Szabolcs
Zondagavond op de E70 bij Ludus. Zes vrienden in een aftandse Dacia, bonkend op de rubbers. Ze hadden die dag goed verdiend met hun wafel-handeltje, en waren nu op weg naar huis. Twee man voorin, vier op de achterbank, waaronder Szabolcs, 17 jaar. De sfeer was jolig.
Volgens het verhaal had hun chauffeur geen voorrang verleend en was aangetikt door een vrachtwagen. Vette pech voor Szabolcs, die rechtsachter – de plek waar de twee voertuigen elkaar ontmoetten - tegen de deur aan lag te slapen, hoofd tegen het autoraampje. De vrachtwagen had al van alles meegemaakt, dus was niet na te trekken welke deuk er bij was gekomen. Van de eigen auto lag het achterraampje compleet aan diggelen en de achterkant was wat gekreukeld en ietwat ontzet. Maar het geheel kon nog rijden, en niemand van z'n vrienden had ook maar één schrammetje. De schade viel dus ogenschijnlijk nog wel mee.
Totdat Szabolcs zich kermend van de pijn liet horen en met een bebloed hoofd uit de auto moest worden getild.
Hij werd in allerijl naar de dichtstbijzijnde huisarts gebracht. Die sprenkelde wat betadine en legde een verbandje, vond verder onderzoek niet nodig en zette hem in een stoel in de wachtkamer "om tot rust te komen". Volgens het verhaal van z'n vrienden zou de man pas na drie uren, toen Szabolcs maar bleef overgeven, geadviseerd hebben even bij het ziekenhuis in Tirgu Mures – 45 km. verderop - langs te gaan. Een ambulance vond hij niet nodig. Kon best wel met die Dacia. In Tirgu Mures constateerde men talrijke uitwendige en inwendige kneuzingen, èn een fikse hersenschudding. Opname werd noodzakelijk gevonden.
Z'n vrienden vervolgden hun weg naar huis, 65 km gaans. Vergaten in de consternatie – of uit angst, want er was wel degelijk drank in het spel! – de ouders van Szabolcs te verwittigen. Die hadden nog geen notie van het drama, want Szabolcs kwam wel vaker laat thuis. De volgende ochtend heeft de vader van Szabolcs dan toch alarm geslagen en kwam er al gauw via de vriendenclub achter dat Szabolcs in het ziekenhuis lag.
Met de bus naar Tirgu Mures, een rit van 65 km. Daar werd de hevig verontruste ouders de toegang tot de afdeling geweigerd. Nergens voor nodig, had de dienstdoende arts laten weten. Zij hadden het nu veel te druk. Hoe het met Szabolcs was? Daar mochten de verpleegsters geen mededeling over doen. Moesten ze maar aan de arts vragen. Geen idee waar die is. Komt u morgen nog maar eens terug. Pas na anderhalve dag, nadat ze besloten hadden dan toch maar een envelopje met inhoud te overhandigen (hoeveel erin zat wilde vader me niet vertellen), werd het de wanhopige ouders gegund om een blik op hun zoon te werpen. Even maar… Voldoende om hen nog ongeruster te maken dan ze al waren. De dag erna werden ze pas aan z’n bed toegelaten. En de dag dáárna mocht Szabolcs alweer naar huis, om het thuis in bed enige tijd kalm aan te doen.
Ook al is Roemenië lid van de EU, met de moraal van de medische stand is het nog altijd droevig gestemd. Heb daar in een eerder Jaarverslag al eens voorbeelden van beschreven.
Ik hoor nog steeds tè veel verhalen en lees nog altijd tè veel berichten over wantoestanden, variërend van huisartsen die, omdat het zondagavond is, geen tijd aan je wensen te besteden, tot tandartsen die bij het trekken van kiezen weigeren te verdoven omdat de patiënt niks extra's kan of wil betalen, tot artsen die pas na overhandiging van een flink bedrag aan fooi bereid zijn om bij een risicovolle bevalling de keizersnede toe te passen. In november nog las ik het bericht dat een 17-jarig meisje overleed omdat het ziekenhuis haar had geweigerd te helpen en haar had weggestuurd, terwijl ze juist dringend spoedeisende hulp nodig had. De Inspectie stelt een onderzoek in, volgens zeggen.
Een ander bericht maakte melding van een oude man die met hartklachten een ziekenhuis was binnengebracht, maar daar vier uur lang van de ene naar de andere afdeling werd gestuurd, zonder dat ook maar iemand zich daadwerkelijk om hem bekommerde. Hij overleed uiteindelijk aan een hartaanval, zonder enige medische zorg te hebben gehad. De Inspectie stelt een onderzoek in, zo heette het.
Een 33-jarige vrouw overleed omdat de enige gynaecoloog die in het ziekenhuis werkt weigerde te komen. De vrouw was naar het ziekenhuis gegaan omdat de geboorte van haar tweede kind zich volgens haar aandiende. De betreffende arts was hier niet zo van overtuigd en verdomde het om te komen. De vrouw overleed in het kraambed. De Inspectie stelt een onderzoek in, zo eindigde het bericht.
Als ik Szabolcs bezoek – nog steeds schrammen en snijwonden in z’n gezicht - en z’n vader het verhaal laat doen, is er alweer een maand verstreken. Szabolcs heeft nog steeds hoofdpijn en kan zich niet concentreren. Blijft voorlopig thuis. Geen loon, geen uitkering. Vader heeft de jonge chauffeur aansprakelijk gesteld. Begin maart kreeg ik het bericht dat diens ouders inmiddels 1000 RON (ca. € 300,-) hebben betaald, op voorwaarde dat geen aangifte zal worden gedaan.
Susanna
Ons appartement – Sjakie’s House in de Rozelor (Rozenstraat) - beschikt over een TV. Ik kijk bijna elke morgen vóór het ontbijt nog snel even naar Realitatea TV. In het bijzonder naar het weerbericht, maar als de tijd het toelaat ook naar het laatste nieuws. Veel sensatiegerichte, smijdige live-berichtgeving met sensationele beelden van verkeersongelukken, natuurrampen, huisuitzettingen, stakingen, burenruzies en liquidaties in het criminele circuit.
De verslaggevers doen ter plekke verslag, omgeven door stofwolken, nog geen 2 seconden na de ontploffing, te midden van de ravage, tussen stapels nog verse lijken of achter hun hand zachtjes fluisterend ter zitting in de rechtbank.
Pik er deze ochtend uit op dat het gemeentebestuur van Boekarest het helemaal heeft gehad met de uitbundig gevierde zigeunerbruiloften en partijen in deze miljoenenstad. Die plegen zich in de regel niet binnen, maar buiten, in de open lucht af te spelen, midden op straat, vooral in de buitenwijken, tussen de flatblokken. De gemeente heeft ze nu verboden. Niet zozeer vanwege het feit dat ze in de regel dagen en nachten aan een stuk voortduren, veel geluidoverlast veroorzaken, kruispunten blokkeren en tonnen vuilnis opleveren, maar eerder nog vanwege het kwalijke feit dat de voor feestverlichting, geluidsapparatuur en talloze elektrische BBQ’s benodigde stroom uit de lantarenpalen wordt afgetapt.
Kleurrijke opnames van een de complete straat vullende, dansende, etende en drinkende menigte geven de kijker een goed beeld van de massaliteit van dit soort evenementen. Vervolgens zoomt de camera in op een tweetal lantarenpalen waarvan op een meter boven het trottoir de afdekplaat is afgeschroefd. Een veelheid van kabels en snoeren gaat er in of komt er uit. Naast de clandestiene stekkerdoos staat een grijnzende zigeunerjongen die de camera trots een schroevendraaier en een nijptang toont.
Behalve het hoofd Gemeentewerken die in het stadhuis van Boekarest, tegen een wandvullende stadsplattegrond geleund, wordt geïnterviewd, wordt ook mijnheer C. Biobaba naar zijn mening gevraagd. Thuis, in z'n eigen woonkamer, met op de achtergrond een stel sigarenrokende zigeunervrouwen. Mijnheer Biobaba is de lokale bullibasha, het plaatselijke opperhoofd van de zigeuners. Hij is hevig verontwaardigd. Vindt het het zoveelste schandelijke bewijs van Roma-discriminatie in Roemenië. Hier blijkt maar weer eens voor de zoveelste keer dat de overheid geen enkel respect heeft voor de zigeunercultuur.
Ik daal de trap af richting koffie en meld dat we ook deze dag weer geen regen hebben te vrezen. Krijg daar te horen dat katten vannacht verwoestend hebben toegeslagen. Ze hebben de 2 kg natriumarme jonge-kaas-uit-Benschop opgevreten, op een miniem brokje na. We hadden die bij het bier, de frisdrank, de sinaasappels en de mandarijnen op het balkon gelegd, omdat de koelkast vol en het buiten lekker fris was. Pech dus voor J. en G. De eveneens uit Benschop afkomstige komijnekaas hebben ze evenwel onaangeroerd gelaten.
Mijn geluksdag!
Boeiend volkje, overigens, die zigeuners. Bedoel dan niet zozeer die uit Capeti en Hostad, maar eerder die uit Scurta en Ciocarlei: de "traditionele" Roma, de "tent"-zigeuners, behorend tot de grote groep die in vroeger tijden in huifkarren en woonwagens rondtrokken, maar zich nu gesettled hebben. Waarvan de mannen zware snorren, wijde, zwarte broeken en breedgerande zwarte hoeden dragen en de vrouwen fleurig-kleurige blouses en hoofddoeken en evenzo fleurige en kleurige, tot over de enkels vallende, fantastisch geplooide rokken – wist u trouwens dat er 6 à 8 meter stof in één rok gaat en dat het strijken van de ontelbare plooien van 1,5 tot 3 cm méér dan 'n uur in beslag neemt?
In de ogen van velen is het een van God en gebod losgeslagen, immoreel zooitje. Maar vergis je niet. Weliswaar leven de Roma hun geheel eigen leven in hun geheel eigen wereld en hebben zij weinig op met de "gadje"-maatschappij, maar hun leven verloopt stipt langs de lijnen van vaste gewoonten en gebruiken, strakke regels en wetten, eeuwenoude tradities, tot in de kleinste details van toepassing op alle aspecten van het leven: gezin, opvoeding, kleding, hygiëne, sexualiteit, geboorte, huwelijk en dood. (Bepaald interessant om kennis te nemen van hun opvattingen over "rein" en "onrein", om maar eens wat te noemen. Dit verklaart bijvoorbeeld waarom een zigeunervrouw nooit een jurk draagt!)
Susanna is een van hen, lid van de trotse Gabor-clan die in Hongarije en Roemenië vele duizenden leden telt. Ze is 14, dus al een tijdje huwbaar. We treffen haar thuis aan in gezelschap van haar tante. Op de vraag waarom ze op dit uur van de dag niet op school is, lacht ze besmuikt. Tante vertelt na enige aarzeling dat ze drie weken geleden van school gehaald is en sindsdien niet meer zonder begeleiding het huis uit mag. Haar ouders hadden namelijk gemerkt dat jongens op het schoolplein wel erg veel oogjes op haar wierpen en dat zij die begon terug te werpen. Niks mis mee, zou je zeggen: hoe meer belangstelling, des te groter de keuze. Maar daar zat 'm nou net de kneep: dat spoorde niet met de plannen van haar ouders. Want volgens traditie zijn zíj het die beslissen met wie wordt getrouwd. Geen plaats dus voor verliefdheid! Geen plaats voor vlinders in de buik! Niks romantiek!
In de zigeunercultuur is het de plicht van de ouders van de jongen om voor hem een passende bruid te vinden. Daartoe houden ze alle huwbare meisjes in hun groep vanaf een afstand nauwlettend in de gaten en noteren hun kwaliteiten. Fysiek voorkomen – knap koppie, mooi figuurtje – wordt het minst belangrijk gevonden. Gezondheid, kracht, uithoudingsvermogen, karakter, goede manieren en huishoudelijke vaardigheden, daarbij ook de gegoedheid van haar familie en hun aanzien binnen de groep, dáár gaat het om. Eenmaal de match bepaald, laat de vader van de jongen via via onderzoeken of zijn zoon ook voor de ouders van het meisje acceptabel is. Zo ja, dan starten veelvuldige en langdurige besprekingen over de prijs die voor de bruid betaald moet worden, als compensatie voor het verlies van dochterlief.
De vader van de bruid rekent dan na wat zij hem sinds de geboorte gekost heeft, vult aan met zijn honorarium voor opvoeding en training, telt daar bij op wat zij hem nog zou hebben opgebracht als ze thuis zou zijn gebleven en gooit er dan nog een bedrag overheen vanwege het profijt dat de toekomstige schoonfamilie van zijn dochter gaat krijgen. Al die tijd calculeren de families op de achtergrond driftig mee en ronden naar boven, respectievelijk naar onderen af. Op het moment dat de vader van de bruid een door de vader van de bruidegom aangeboden glas wijn accepteert, heet de zaak tot tevredenheid van beide families beklonken te zijn en kunnen de voorbereidingen voor het feest beginnen. Zorgt de familie van de bruidegom voor een bruidsschat, bij voorkeur uit te betalen in goud en sieraden, en zorgt de familie van de bruid voor de uitzet: kleding, beddengoed, huisraad.
Niettemin wil het ook wel voorkomen dat twee jongelui het absoluut niet eens zijn met de partnerkeuze van hun ouders, zoals nog niet zo vreselijk lang geleden het geval was bij Susanna's nichtje, tante's dochter. Wat ze dan kunnen doen is er met z'n tweeën effe tussenuit knijpen. Brengen de jong-geliefden meerdere dagen en met name nachten met elkaar door, dan zit er voor beider families niets anders op dan hen als getrouwd stel te accepteren. In de regel wordt het het jonge stel dan vergeven dat ze de regels hebben overtreden, maar onder een publieke straf – stokslagen in het openbaar! – en betaling van een forse geldelijke boete komen ze niet uit. Hun leeftijdgenoten zouden anders op hetzelfde idee kunnen worden gebracht.
De bezorgde blik van Susanna vertelt me dat ze school mist, maar haar zenuwachtige, besmuikte lachje doet ook andere gedachten vermoeden. Ben benieuwd hoe het afloopt. Hoor het wel in november a.s.
Beestjes
Ik zag ze elk jaar weer met bosjes tegelijk vrolijk op en neer en heen en weer springen wanneer ik weer eens een huis in Hostad, in Capeti of in Iliesi binnenstapte waar het geen zin had om een stofzuiger te gebruiken omdat er toch geen elektra was. Zag ze elk jaar weer ó zo blij zijn en enthousiast attaqueren. Ik werd er niet warm of koud van. Kon ze makkelijk aan. Hun aanvallen waren ieder jaar weer tevergeefs.
Ik was onaantastbaar. Ongenaakbaar. Onoverwinnelijk. Volkomen immuun. Ging daar prat op! Aan mijn lijf nooit één polonaise gehad. Konden m'n mede-postbezorgers niet zeggen.
Maar dit jaar hebben ze me dan tóch te grazen genomen, de kleine loedertjes. Denk dat het er twee waren; professionals, aan de intensiteit van de jeuk te oordelen. Niet en route opgelopen, in een of ander bloedheet woon-kook-slaap-vertrek, maar tussen de lakens van m'n bed in Sjakie's logement. Terwijl ik lag te slapen, nota bene. De lafaards!
Zijn zeer waarschijnlijk Russische of Moldavische geweest die óók bij de EU wilden horen. Ze hebben zich het land in laten smokkelen en hebben bij Sjakie ondergedoken gezeten.
Misschien wachtend op het komende toeristenseizoen om dan weer met 'n Rus of 'n Moldavische naar hun geboortestreek terug te kunnen liften.
Van mij mogen ze.